Sjoerd en

Scouting

Kloof tussen Scouts en Explorers

Ik zit al een tijdje op scouting, en dat is mijn probleemoplossend vermogen ten goede gekomen. Bij scouting wordt je steeds voor nieuwe uitdagingen gesteld die je op moet lossen. Je doet ervaring op met het oplossen van problemen met beperkte middelen.

Laatst heb ik mijn waterkoker ontkalkt met cola omdat ik geen azijn had. Mijn vriendin kwam met het idee om een touwtje te smelten om daarmee een lek in een luchtbed te dichten. In plaats van een statief heb ik mijn camera met lijmklemmen en houten latjes vast gezet.

Nu ben ik normaal al gek op dingen bouwen en problemen oplossen, maar dit is ook een eigenschap die bij scouting hoort. Je wordt telkens voor problemen gezet waar jij en anderen uit moeten komen. Pionier een keuken. Loop een hike. Maak een vuurtje.

Hier wordt je doelgericht van. Het heeft geen zin om bij problemen stil te staan, je gaat gelijk op zoek naar een oplossing. Je wordt er creatief van. Denk buiten de kaders om een oplossing te zoeken. Je wordt er goed in, en het komt nog de rest van je leven van pas.

Om deze waardevolle eigenschap aan jonge scouts mee te geven is het wel belangrijk dat je ze continu uitdaging geeft. Het is niet genoeg om elke opkomst spelletjes te spelen en technieken te leren. Ze moeten de technieken op de juiste momenten kunnen toepassen, ze moeten samenwerken in hun ploeg en ze moeten creatieve oplossingen zoeken.

Bij de welpen komen kinderen hier al in aanraking mee. Bij een welpenopkomst hebben we bijvoorbeeld een knikkerbaan gebouwd. Het bleek nog lastig om de knikker de goede baan te laten maken, dus moest er met plakband, touwtjes en karton geimproviseerd worden om de baan te verbeteren. Natuurlijk moest de baan ook mooi versierd worden, want het oog wil ook wat.

Bij de scouts zijn er problemen genoeg om op te lossen. Bij veel activiteiten ben je alleen met je patrouille, en is er geen leiding in de buurt om je te helpen. Je wordt vaak voor een probleem gezet, en je hebt al je kennis nodig om het op te lossen. Als je patrouilleleider bent heb je de verantwoordelijkheid om overal oplossingen voor te bedenken en ook nog je patrouille aan te sturen.

Dan kom je bij de explorers, en dan is er niemand meer die je problemen voor de voeten legt. Bij de explorers is het de bedoeling dat de jeugdleden zelf het programma verzinnen. Er is geen leiding meer, alleen nog begeleiding. Opkomsten zijn minder gevuld, en vaak met spelletjes. De uitdaging is er uit.

Bij scouts zie je vaak dat de jongste leden moeite hebben om het allemaal bij te benen, maar bij explorers zijn de jongste leden juist het enthousiast. Ze komen vanuit een omgeving waarin ze totale verantwoordelijkheid hadden in een groep zonder leider en zonder doel. Hun rol in de groep is plotsklaps veranderd.

Tijdens regionale of nationale activiteiten wordt er opeens wel iets van hun verwacht. Bij de IScout moeten ze allerlei opdrachten doen en vragen oplossen. Tijdens de Winterhike moeten ze routes ontcijferen en 's nachts door het bos lopen. De wekelijkse opkomsten missen echter uitdagende scoutingtechnieken.

Dit probleem kent enkele oorzaken:

Explorers onderkennen niet dat dit een probleem is, en ze zien niet dat ze er zelf iets aan kunnen doen. Als je elke opkomst op de bank hangt en met vrienden kletst kan dat heel leuk lijken, maar misschien ga je toch met een ontevreden gevoel naar huis. Als explorers ontevreden zijn nemen ze niet snel het heft in eigen hand om het probleem op te lossen, terwijl ze dat misschien wel zouden kunnen.

Daarmee komen we bij de paradox van het verhaal. Ik heb net gezegd dat je bij scouting zo goed problemen leert oplossen. Dan kom je bij de explorers het probleem tegen dat de opkomsten niet leuk zijn, en dan weet geen enkele explorer dat op te lossen.

Want bij de explorers kom je het grootste probleem van allemaal tegen: groepsdynamiek. Er is geen leiding meer, dus wordt er geen structuur meer gegeven aan de groep. Je moet zelf een plaats in de groep weten te vinden. Dat is misschien wel het moeilijkste probleem wat er is.