Sjoerd en

Scouting

Module veiligheid

Introductie

Deze module legt uit hoe je scoutingactiviteiten veiliger kunt maken.

Wanneer iemand zich verwondt tijdens een scoutingactiviteit is dat behoorlijk vervelend. Deze module legt uit hoe je scoutingactiviteiten veiliger kan maken, zonder dat de activiteit minder leuk wordt. Door van te voren in te schatten wat er mis kan gaan en wat de kans is dat er iets mis gaat kan je maatregelen nemen om ongelukken te voorkomen.

Dreiging van gevaar

Iets is veilig als het risico van ongelukken en letsel klein is. Iets is gevaarlijk als er een mogelijkheid is dat het schade oplevert. Denk bij schade aan de volgende dingen:

  • onprettig gevoel
  • een hoge rekening
  • ziekte
  • verwondingen
  • psychisch letsel
  • gehandicapt
  • dood

Meestal probeer je narigheid te voorkomen, maar soms gebeurt er iets onvoorziens waardoor er toch schade optreedt. Er is dan sprake van een ongeluk. Als er in een bepaalde situatie een grote kans is op ongelukken, dan is dat een onveilige situatie.

Vraag: beschrijf een onveilige situatie. Vraag: definieer veiligheid.

Veiligheid vergroten

Om een situatie veiliger te maken moet je zorgen dat er geen ongelukken kunnen gebeuren. De eerste stap is om te bedenken wat er allemaal fout kan gaan, zodat je hier iets tegen kan doen. Door te brainstormen en te doemdenken kan je vast al een boel mogelijke ongelukken bedenken. Verderop in deze module staan enkele veelvoorkomende ongelukken om je hierbij te helpen, maar meestal is dit niet de moeilijkste stap.

Gegeven een specifieke situatie Vraag: Geef 10 mogelijke ongelukken

Je kan proberen alle mogelijke ongelukken aan te pakken, maar dat is niet zo efficiënt. Het is veel werk om alle gevaren te bestrijden, en als je heel je lijst hebt afgerond kan je vast wel weer nieuwe gevaren bedenken. Daarom is het handig om alleen naar de gevaren te kijken waarvan het risico heel hoog is. Schat voor alle gevaren op je lijst het risico in, en bedenk alleen voor de gevaren met een hoog risico een oplossing.

Een lijst met gevaren, de risico's daarvan en een mogelijke oplossing heet ook wel een risicoinventarisatie en -evaluatie, of een RI&E.

Risico

Wat is gevaarlijker, een kaasschaaf of een motorzaag? Je hebt je ongetwijfeld vaker verwond aan een kaasschaaf, maar als je je dan eens verwond aan een motorzaag ligt ook gelijk je arm er af. De gevaarlijkheid ergens van hangt dus af van de kans dat een ongeluk gebeurd, en de ernst van het ongeluk. Ofwel:

Risico = kans × effect

Enkele voorbeelden:

  • Als je opgegeten wordt door een haai ben je wel dood, maar de kans daarop is zo klein dat je kan zeggen dat het risico klein is.
  • De kans dat je een splinter in je vinger krijgt is best groot, maar je hebt er nauwelijks last van. Klein risico.
  • Als je aangereden wordt door een auto kan je best ernstig verongelukken, en de kans is vrij groot. Dit is dus een groot risico.

De ongevallen met het grootste risico zijn het gevaarlijkst. Als je de veiligheid wilt vergroten kan je dus het beste daar beginnen. Je kan beter verkeersdoden dan splinters bestrijden. Wil je goed inschatten welke ongevallen het grootste risico hebben, dan moet je kunnen inschatten wat de kans is op bepaalde ongevallen, en wat het effect er van is.

kans = waarschijnlijkheid, hoe vaak iets voor komt
effect = gevolg, impact, hoe ernstig iets is
risico = gevaarlijkheid, mogelijkheid op schade

Om te weten hoe gevaarlijk een situatie is moet je de kans en het effect inschatten. Om de situatie veiliger te maken moet je de kans of het effect verkleinen.

Blootstelling

Naast kans en effect gebruiken sommige mensen nog een derde waarde om het risico te bepalen: de blootstelling. Als je nooit de straat op gaat is je blootstelling aan verkeer heel klein, dus zal je nooit een verkeersongeluk krijgen. In deze module zetten we de factor blootstelling niet apart, maar nemen we de blootstelling mee in de kans.

Acceptabel risico

Hoe goed je ook je best doet, er kan altijd een ongeluk gebeuren. Het is onpraktisch om jezelf te behoeden voor alle ongelukken, en soms zit er ook een positieve kant aan een risico. Autorijden is best wel gevaarlijk, maar het is ook heel erg handig om ergens te komen. De meeste mensen vinden het risico van een verkeersongeval tijdens het autorijden dan ook een acceptabel risico. Het risico op een ongeluk is dan kleiner dan het profijt wat je ervan ondervindt.

Hetzelfde gaat op voor scouting: het is heel leuk, en best wel gevaarlijk. Het doel van deze module is om het minder gevaarlijk te maken zonder het minder leuk te maken. Het is niet de bedoeling dat je stopt met alle spelletjes omdat iemand zich dan kan verwonden, maar om risico's terug te dringen tot een acceptabel niveau. Je kan dus nog steeds renspelletjes doen op het veld, maar haal eerst even de losliggende stenen en takken weg.

Risico inschatten

Om het risico van een ongeluk in te schatten moet je ongeveer weten wat de kans is dat het ongeluk zich kan voordoen, en wat het gevolg van het ongeluk is. Als je denkt dat het best waarschijnlijk is dat je wordt getroffen door de bliksem maak je al je geld en tijd op aan bliksemafleiders installeren, terwijl er grotere risico's zijn. Denk je dat je er niks aan overhoud als je kokend water over je heen krijgt, dan besteed je misschien niet genoeg aandacht aan dat risico.

Dit hoofdstuk is er dus voor om je gevoel voor kans en gevolg te ijken.

Kansen inschatten

Om het risico te bepalen van een ongeluk moet je daarvoor de kans en het gevolg inschatten. Bij het inschatten van de kans gaat het er om hoe waarschijnlijk het is dat iets gebeurt. Denk bij het inschatten van een kans aan het volgende:

  • Hoe vaak is het jezelf overkomen? Je hebt vast al een aantal keer je vinger tussen de deur gekregen, dus de kans daarop zal best hoog zijn.
  • Is het denkbaar dat het gebeurd? Je kan je wel voorstellen dat iemand uitglijdt over een natte vloer, maar het is best lastig voor te stellen dat iemand uitglijdt op een droge vloer.
  • Hoe vaak is het in het verleden gebeurd? In Nederland worden 5 mensen per jaar getroffen door bliksem, en er wonen ongeveer 16.000.000 mensen, dus de kans is vrij klein.

Meestal is het voldoende om de kans in te delen in twee of drie categorieën: klein, middel, groot.

Kansen inschatten is best moeilijk. Probeer je niet te laten meeslepen door je gevoelens en gebruik indien mogelijk harde cijfers. Het is ook een goed idee om dit samen met iemand anders te doen.

Valkuilen

Er zijn enkele redenen waarom je kansen verkeerd zou kunnen inschatten:

  • Gevaren door mensen zijn enger dan gevaren door de natuur. Natuurlijke dingen worden als gezond ervaren, en daardoor wordt bijvoorbeeld straling van je mobiel gevaarlijker gevonden dan straling van de zon.
  • Spectaculaire dingen lijken gevaarlijker. Opgegeten worden door een haai lijkt een groter gevaar dan overlijden aan hart- en vaatziekten.
  • Gevaren in het nieuws lijken meer voor te komen. Je hoort bijna nooit over verkeersdoden op het nieuws, maar wel als er een vliegtuig neerstort. Daardoor lijkt vliegen gevaarlijker dan autorijden.
  • Als een situatie lijkt op die van jou schat je de kans hoger in. Als een scout betrokken raakt bij een verkeersongeval grijpt dat je meer aan dan dat iemand anders betrokken raakt.
  • Als je de situatie in eigen hand hebt lijkt het risico kleiner. Autorijden lijkt minder gevaarlijk dan vliegen, omdat je als bestuurder zelf de boel in de hand hebt.
  • Gevaren waarbij het gevolg lang op zich laat wachten lijken minder gevaarlijk. Van roken en ongezond leven ervaar je de gevolgen pas na jaren, dus lijkt het nu allemaal niet zo erg.
  • Nieuwe gevaren lijken groter dan bestaande gevaren.
  • Dat iets eng is betekent niet dat het gevaarlijk is. Bungeejumpen, achtbanen en spreken in het openbaar zijn heel eng, maar minder gevaarlijk dan autorijden of roken.

Meer info: The Psychology of Security

Effecten inschatten

Om gevolgen van ongelukken in te schatten kan je het beste denken aan de slechts mogelijke scenario's. Bedenk wat er in het ergste geval fout kan gaan.

Het gevolg kan je ook indelen in de categorieën laag, middel en hoog. Enkele voorbeelden:

  • Laag. Best vervelend. Je hebt een wondje en er moet even een pleister op, je hebt je gestoten en het doet even pijn, of een andere kleine tegenslag.
  • Middel. Erg vervelend. Er moet een EHBO-er naar kijken of je moet naar de eerste hulp. Je kan niet door met je programma. Je hebt er een aantal dagen last van.
  • Hoog. Heel erg. Je moet naar het ziekenhuis en weken of maanden revalideren. Of nog erger: je raakt gehandicapt of je overlijdt.

Enkele van de meest voorkomende gevolgen van een ongeluk zijn:

  • gebroken of gekneusde arm, hand, pols of vinger
  • hersenschudding
  • hoofdwond
  • verzwikte enkel

Naast persoonlijke verwondingen kan je ook nog aan andere vervelende gevolgen denken:

  • Je clubhuis brand af. Iedereen is geschrokken, je moet maanden op een andere locatie draaien, en het kost veel werk en gedoe om een nieuw clubhuis en materiaal te krijgen.
  • Alle deelnemers aan een activiteit krijgen voedselvergiftiging en zijn een paar dagen ziek.
  • Na een avond kampvuur met veel rook heeft iedereen hoofdpijn en last van zijn longen, en verhoogde kans op kanker en andere ziekten.

Veelvoorkomende ongelukken

Vallen

Vallen is één van de grootste gevaren. Je kan vallen over iets wat op de grond ligt, of je kan zomaar vallen tijdens een wild spel. Het komt heel vaak voor dat een kind valt. Meestal kom je er met wat blauwe plekken vanaf, maar je kan ook een flinke snij- of schaafwond oplopen.

In 2011 kwamen 94000 kinderen (5 t/m 18 jaar) bij de eerste hulp, en 54% daarvan vanwege een valongeluk.

Verkeersongelukken

Verkeersongelukken komen redelijk vaak voor en hebben vaak grote gevolgen. Ongelukken gebeuren het meest met de fiets, en jongeren verongelukken vaker.

Bij een verkeersongeluk denk je vaak aan een aanrijding, maar het komt ook vaak voor dat er slechts één iemand bij het ongeluk betrokken is. Bij zo'n eenzijdig ongeval val je bijvoorbeeld van je fiets nadat je per ongeluk de berm in reed.

Aan een verkeersongeluk kan je een kneuzing, breuk of een hersenschudding over houden, en er overlijden jaarlijks zo'n 600 mensen in het verkeer in Nederland.

Botsen

Je wordt geraakt worden door iets of iemand, of je loopt ergens tegenop. Tijdens het spelen bots je snel ergens tegenop. Ook meubilair heeft de neiging om in de weg te staan, en het gebeurt ook nog al eens dat iemand tegen een deur aan loopt.

Daarnaast zijn mensen slecht met bewegende dingen. Kinderen worden vrij vaak geraakt door een bal. Welpen zijn altijd met stokken aan het zwaaien en met dingen aan het gooien, en dan wordt er wel eens iemand geraakt.

Beklemming

Je vinger komt ergens tussen. Bij de meeste van dit soort ongelukken gaat het om een vinger tussen de deur, maar bij scouting kan je vinger (of teen) ook nog tussen andere dingen komen: kookkisten, lelievletten, roeiriemen, klaptafels, pionierpalen, gasflessen, en kabels.

Ongeveer 6% van de kinderen tussen de 5 en 12 die bij de eerste hulp komt heeft een ongeval met beknelling gehad.

Blessure

Ook als er geen duidelijk ongeluk plaats vindt kan je tijdens een spel je enkel verzwikken of last van je knie of je rug krijgen. Je kan dit voorkomen door eerst even op te warmen met een rustig spel voordat je keihard gaat rennen, of door oefeningen te doen om je spieren te versterken zodat die de klappen opvangen.

Risico verlagen

Om het risico van een ongeluk te verlagen kan je de kans verkleinen dat het ongeluk gebeurd, of het gevolg verkleinen. Als je de kans verkleint zal het ongeluk zich minder snel voordoen. Als je het gevolg verkleint is het minder erg als het ongeluk zich toch voordoet.

Voorbeeld: Om de kans op brand te verkleinen doe je kaarsen uit als je weg gaat. Om het gevolg van brand te voorkomen heb je een brandblusser, een rookmelder en een verzekering. Voorbeeld: Om de kans op vallen te verkleinen verwijder je alle losliggende dingen van het terrein. Om het gevolg ervan te verkleinen heb je een EHBO doos of icepack in de buurt.

Het verkleinen van het risico wordt ook wel het beheersen van het risico genoemd, en wat je doet om dit te bereiken wordt de beheersmaatregel genoemd.

Kansen reduceren

Een ongeluk kan zich alleen voordoen als er een bepaalde situatie is. Kinderen kunnen uitglijden over een natte vloer, maar alleen als de vloer nat is en ze onvoorzichtig er overheen lopen. Als je iets aan deze situatie verandert haal je de voorwaarden voor het ongeluk weg. Door het natte gedeelte af te zetten of droog te maken is het ongeluk al onmogelijk geworden.

Om de kans op een ongeluk te verkleinen bedenk je dus in welke situatie een ongeluk zich kan voordoen en verander je iets aan de situatie zodat het ongeluk onwaarschijnlijker wordt.

Gevolgen reduceren

Een andere manier om het risico te verkleinen is om de uitkomst van het ongeluk minder groot te maken, als zich toch een ongeluk voordoet. Een airbag in je auto zorgt er niet voor dat je veiliger gaat rijden, maar als je dan toch een botsing krijgt verkleint het wel de kans op verwondingen.

Verzekeringen

Eén manier om gevolgen te reduceren is om een verzekering te nemen. Als er dan een ongeluk gebeurd kom je niet in de problemen omdat je te weinig geld hebt, en na het ongeluk blijf je niet zitten met een torenhoge schuld. Er zijn verschillende verzekeringen, waaronder:

  • Een reisverzekering dekt kosten van ongelukken tijdens een vakantie of kamp. Bijvoorbeeld als je bagage beschadigd of kwijt raakt, of als je je been breekt en naar het ziekenhuis moet. Met een doorlopende reisverzekering betaal je elke maand en dan ben je op elke reis verzekerd. Dit kost rond de €2 per maand.
  • Een aansprakelijkheidsverzekering. Als je iets of iemand stuk maakt en daar verantwoordelijk voor bent, kunnen de kosten op jou verhaald worden. Je aansprakelijkheidsverzekering dekt dit dan in veel gevallen. Beschadig je een kind of een auto, dan kunnen de kosten flink oplopen. Als leiding ben je ook nog eens verantwoordelijk, dus is de kans groter dat op jou de kosten verhaald worden. Het is dan ook een goed idee om een aansprakelijkheidsverzekering te hebben.

Risicoinventarisatie maken

Een risicoinventarisatie en -evaluatie is een lijst met ongelukken, hun risico en hun mogelijke oplossing. Dit kan je gebruiken om een situatie veiliger te maken, en je kan ook aan anderen laten zien welke stappen je hebt doorlopen.

Je weet nu hoe je het risico kan inschatten en hoe je het kan verlagen. Dit kan je gebruiken bij het maken van een risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E).

Bij een RI&E doorloop je de volgende stappen:

  • Bedenk een boel gevaren
  • Schat voor elk gevaar de kans in
  • Schat voor elk gevaar het gevolg in
  • Voor de gevaren met een hoog risico, bedenk een manier om het risico te verkleinen

Bij de laatste stap kan je je plan het beste SMART maken.
Voorbeeld: De trapleuning los zit los
Slecht: Dit lossen we wel een keer op
Beter: Het klusteam lost dit komende maand op
Nog beter: Jos schroeft dinsdagavond de trapleuning vast

Voorbeeld

Een risicoinventarisatie en -evaluatie is een lijst van risico's met de kans, het gevolg en eventueel een beheersmaatregel:

Risico kans gevolg beheersmaatregel
Kind stoot tegen haak van kapstok groot groot kapstok afdekken
Kind stopt iets in stopcontact klein groot
Kind verwond zich aan schaar klein klein
Kind krijgt vinger tussen de deur groot middel deur open houden

De kans en het gevolg zijn specifiek voor een bepaalde situatie. De kans dat een kind zich aan een kapstok stoot hangt er vanaf waar de kapstok zit, hoe hoog hij hangt en wat voor haken deze heeft. De kans hiervoor is dus niet alle gevallen "groot".

Een beheersmaatregel kan ook weer andere risico's met zich meebrengen. Als je de deuren altijd open houdt krijgt niemand zijn vinger tussen de deur, maar is het risico groter dat een brand zich snel verspreid. Daarnaast moet een beheersmaatregel werken in de praktijk. Als blijkt dat de deur alsnog vaak dicht wordt gedaan omdat de welpen zoveel herrie maken, heeft deze maatregel geen effect.

Wanneer maak je een RI&E

Het veiligste is natuurlijk om altijd een RI&E op papier te zetten, maar dat is ook onpraktisch. Het is in ieder geval een goed idee om een RI&E te maken voor:

  • zomerkamp
  • regio- en landelijke activiteiten
  • nieuwe of gevaarlijke activiteiten

Nadat je deze module hebt gevolgd en een paar RI&E's hebt gemaakt krijg je wat meer gevoel voor veiligheid, en kan je de gevaren van een activiteit inschatten zonder een RI&E op papier te zetten. Het is dus een goed idee om voor elke activiteit even stil te staan bij de risico's, maar dat hoeft niet altijd formeel.

Veiligheidsfactoren

In specifieke situaties kunnen specifieke ongelukken plaats vinden, maar er zijn ook factoren die altijd bijdragen aan een grotere veiligheid. In het algemeen geld dat als je een situatie beter onder controle hebt, dat deze dan ook veiliger is. De volgende factoren kunnen daar aan bijdragen:

Materiaal

Goed materiaal hebben en gebruiken is belangrijk voor een veilige situatie. Zorg dat je het goede materiaal gebruikt en dat het materiaal wat je gebruikt goed is.

Voorbeeld: Wil je een pakje batterijen open maken, dan kan dat met een schaar. Heb je geen schaar in de buurt, dan lukt het ook met een mes, maar dat is wel een stuk gevaarlijker.

Voorbeeld: Ga je 's nachts een hike lopen, dan zijn goede schoenen, warme kleding en een reflecterend hesje belangrijk.

Soms kan je beter geen materiaal hebben dan slecht materiaal. Als je je een elektrisch apparaat hebt waarvan de draden bloot liggen, kan je beter de stekker er af knippen en weggooien dan het apparaat terugleggen in de kast.

Daarnaast zijn er verschillende materialen beschikbaar om de gevolgen van een ongeluk te verkleinen. Denk bijvoorbeeld aan de volgende spullen:

  • brandblusser
  • icepack
  • EHBO koffer
  • lijst met noodnummers
  • gezondheidsformulieren

Als er een ongeluk plaats vind kunnen deze materialen van pas komen om het ongeluk in te perken. Zorg dus bij elke activiteit dat je de goede materialen hebt, zodat de activiteit veilig verloopt.

Voorbereiding

Een activiteit verloopt beter met een goede voorbereiding. Leg alle spullen klaar van te voren en bedenk wat je van te voren kan doen. Dit zorgt er voor dat je in je hoofd de activiteit van te voren doorloopt, en dat je tijdens de activiteit rustiger bent en meer oog hebt voor wat er gebeurt. Beide zaken die bijdragen aan de veiligheid.

Wil je niks vergeten aan je voorbereiding, gebruik dan een checklist. Schrijf alle dingen die gedaan moeten worden op. Deze kan je vóór de activiteit nog eens nalopen, zodat je niks vergeet.

Instructie

Weet je niet waar je mee bezig bent, dan is de kans op ongelukken groter. Het is daarom belangrijk om aan het begin van een activiteit goede instructie te geven, bijvoorbeeld over de regels van het spel en over wat het speelveld precies is. Goede regels en afspraken zorgen er voor dat het makkelijker is om overzicht te houden als leiding.

Concentratie

Ben je een intensieve taak aan het doen, dan is het belangrijk dat je niet afgeleid wordt. Zo is het een slecht idee om te facebooken tijdens het autorijden, maar ook om te hakken, boren of slijpen in een drukke omgeving.

Eén taak waarbij je goed moet opletten is bijvoorbeeld het vervangen van een gasfles. Vergeet je de gasfles dicht te draaien voordat je de slang loskoppelt dan kan dit rampzalige gevolgen hebben. Dit is makkelijk te voorkomen door de taak met z'n tweeën te doen, of een checklist te gebruiken.

Gebouw en omgeving

Je bent vaak in je eigen gebouw en op je eigen terrein, en het is belangrijk dat deze veilig zijn. Denk hierbij aan uitstekende haken uit de muur, losse spullen op de grond, en goede nooduitgangen en -verlichting.

Hygiëne en het bereiden van eten

Bij het gebruik van eten en drinken is het belangrijk dat dit op een hygiënische manier gebeurt, zodat je niet ziek wordt.

  • Handen wassen
  • Gebouw schoonmaken en ventileren
  • Eten goed gaar maken
  • Rauw en gekookt eten scheiden
  • Eten goed bewaren
  • Vaatdoek regelmatig verschonen

Op zomerkamp is het daarnaast nog belangrijk dat kinderen zich vaak genoeg wassen en verschonen.

Voorbeeld

De scouts gaan een hike lopen.

  • Materiaal: goede schoenen zorgen er voor dat ze minder snel last van hun voeten krijgen.Reflecterende hesjes zorgen er voor dat de scouts goed zichtbaar zijn in het verkeer.
  • Voorbereiding: alles staat klaar voor op de posten en voor tijdens de hike. Alle scouts hebben van te voren hun drinkfles gevuld.
  • Instructie: door de scouts een goede instructie te geven lopen ze minder snel fout. De postbemanning weet wat ze moeten doen als er iets aan de hand is.
  • Concentratie: het uitwerken van de hike is secuur gedaan, waardoor deze weinig fouten bevat. De scouts letten goed op of ze geen pad over het hoofd zien.
  • Omgeving: de hike gaat niet door gevaarlijk gebied, of 's avonds door een uitgaansgebied.
  • Hygiëne: het eten en drinken wat wordt uitgedeeld is goed klaargemaakt. Er wordt op toegezien dat iedereen schone sokken aan trekt.

Omgevingen en situaties

Pionieren

Bij het pionieren kan iemand een paal tegen zijn hoofd krijgen, of met zijn vingers bekneld raken. Pionieren wordt pas echt gevaarlijk als je bewegende onderdelen in je constructie hebt. Bouw je een schommel, katapult of wip, dan is het gevaar nog groter dat iemand geraakt wordt door een balk. Ook als je een hoge toren pioniert wordt het risico groter. Er bestaat dan namelijk het gevaar dat je van hoogte valt.

Zeilen

Een opgetuigde lelievlet weegt ongeveer 1000 kg, je zit met en handjevol mensen in een kleine ruimte, er hangt een giek in de weg en je vlet moet ook nog de goede kant uit gaan. Dat is dus een gevaarlijke situatie.

Kamperen in tenten

Haringen en scheerlijnen zijn gevaarlijke dingen. Je kan er over vallen of je voet aan openhalen, vooral als je geen goede schoenen draagt.

Daarnaast is er nog een risico dat tenten kapot gaan door misbruik of slecht onderhoud. Dat is een klein gevolg ten opzichte van een gewond kind, maar je wilt natuurlijk wel elk jaar op kamp met goede tenten.

Op het wachtschip

Schepen hebben vaak nauwe gangen, obstakels en uitsteeksels. Het gevaar van struikelen of je ergens aan stoten is groot.

In het materiaalhok

In het materiaalhok ligt vaak gereedschap, verf en andere spullen. Vaak ligt een gedeelte van het materiaal op de grond of hangt aan het plafond, wat het materiaalhok nog wat gevaarlijker maakt.

Koken met gasflessen

Gas brand heel goed en is goed op te slaan onder druk. Dat maakt het heel aantrekkelijk om op te koken, maar dat maakt het ook gevaarlijk. Een open gasfles spuit heel hard en als daar vuur bij komt krijg je een hele grote vlam.

  • Zorg dat je materiaal goed en niet te oud is.
  • Vervang geen gasflessen in de buurt van vuur, bijvoorbeeld als er een andere gaspit aan staat.
  • Zet je gasfles buiten je tent.

Koken op houtvuur

Zoals bij elk kampvuur moet je bluswater bij de hand hebben als je gaat koken op houtvuur. Een emmer is daarbij beter dan een jerrycan, want als je een brandwond hebt op je hand kan je die wel in een emmer steken en niet in een jerrycan.

Daarnaast is het op een houtvuur lastiger om de temperatuur te regelen dan op een gaspit. Het risico van eten wat niet goed gaar is is daardoor groter.

Verder kook je vaak op de grond op een instabiele stellage, waardoor er een risico is dat een pan kan omvallen. Dat betekent niet alleen geen avondeten, maar ook mogelijke brandwonden.

Net als bij koken op gasflessen is het belangrijk om het eten goed te bereiden en rekening te houden met hygiëne.

Hiken

Als je een lang stuk gaat lopen is er een kans op blessures, blaren en andere pijntjes. Daarnaast meng je je in het verkeer, waardoor het gevaar bestaat dat je bij een verkeersongeval betrokken raakt. Ga je 's nachts of in de regen hiken, dan is dit risico nog groter.

Conclusie

Je kan een risicoinventarisatie en -evaluatie maken, waarbij je gevaren bedenkt, het risico daarvan inschat en beheersmaatregelen bedenkt. Daarnaast weet je welke ongelukken vaak voorkomen, en welke maatregelen je kan nemen om situaties veiliger te maken. Je hebt nu dus alles in huis om de volgende activiteit superveilig te maken, zonder deze minder leuk te maken.

Meer info